
Kenmerken van het bedieningspaneel
1
Stroomvoorziening
: schakelt het apparaat in of uit. Als de printer uit staat, gebruikt hij toch nog een minimale
hoeveelheid stroom. Om de stroom helemaal te onderbreken schakelt u de printer uit en haalt u de stekker uit het
stopcontact. Een knipperend AAN/UIT-lampje geeft aan dat de printer in storing is. Zie
Statuslampjes op pagina 6
voor
meer informatie.
2
Scannen
: start het bedieningsscherm scantaak nadat de verbinding met de computer werd ingesteld.
3
Annuleren
: beëindigt de huidige bewerking.
4
Aanpassen aan pagina
: vergroot of verkleint het origineel op de glasplaat.
5
Lampje Aan pagina aanpassen
: geeft aan of de functie vergroten of verkleinen werd ingesteld.
6
Zwart - Start kopiëren
: hiermee start u een kopieertaak in zwart-wit. Verhoog het aantal afdrukken (tot 19) door
meerdere keren op de knop te drukken. Werkt als hervattingsknop na het oplossen van afdrukproblemen.
7
Start kopiëren, Kleur.
: hiermee start u een kopieertaak in kleur. Verhoog het aantal afdrukken (tot 19) door meerdere
keren op de knop te drukken. Werkt als hervattingsknop na het oplossen van afdrukproblemen.
8
Waarschuwingslampje
: Geeft aan dat er een papierstoring is, dat de printer zonder papier zit of wijst op een andere
gebeurtenis die uw aandacht vereist.
9
Scherm van bedieningspaneel
: geeft het aantal te maken kopieën, een fout bij het afdrukmateriaal, het inktniveau en
een inktfout aan.
Autom. uitsch. wordt standaard automatisch ingeschakeld wanneer u de printer aanzet. Wanneer Autom. Uitsch.
is ingeschakeld, schakelt de printer automatisch uit na 2 uur inactiviteit om het stroomverbruik te helpen
beperken. Zie
Autom. uitsch op pagina 44
voor meer informatie.